U bent hier
Een toekomst voor defensie
Afgelopen weekend kwam het NAVO-parlement bijeen voor haar 58ste jaarlijkse plenaire zitting. De week die aan de top vooraf ging, bracht veel stof voor discussie: de herverkiezing van president Obama, de machtswissel in China, de aanhoudende oorlog in Syrië en de onrust aan de Turkse (NAVO-)grens, de financiële crisis in Europa... En bij ons? De zoveelste alarmbelnota over de toestand van de Belgische defensie.
Deze nota bracht Minister De Crem nog maar eens in verlegenheid. België doet de grootste moeite om zich te profileren als een loyale NAVO-bondgenoot, maar scoort abominabel wanneer de harde cijfers worden gerapporteerd. Bij de oplijsting van defensie-investeringen bengelt ons leger steevast aan de staart van het peloton. Vorig jaar deed enkel Bulgarije slechter. De NAVO omschreef de Belgische situatie in hun Defence Planning & Capability Review 2010/2011 als bijzonder zorgwekkend. En dit terwijl we met het hoofdkwartier in Evere en SHAPE in Bergen al jaren mee de vruchten van het NAVO-manna plukken. Tijdens de voorbije drie zittingen van het NAVO-parlement zond de delegatie van de VS bovendien een niet mis te verstaan signaal uit: Washington wil zich meer op de Stille Oceaan richten en vindt dat de Europese bondgenoten meer op hun eigen benen moeten kunnen staan. Wij mogen ons dus zeker aangesproken voelen.
Budgettaire uitpersing
Het gelekte rapport komt geen seconde te vroeg. In 2013 lijkt Defensie immers opnieuw het slachtoffer te worden van forse besparingen. Dit ondanks het credo "On a déjà donnée" dat Pieter De Crem in 2011 van het spreekgestoelte van de Kamer galmde. En gelijk heeft hij want – ere wie ere toekomt – De Crem is de enige Belgische minister die al effectief bespaard heeft op werking en personeel. Toch lijkt het alsof besparen op defensie een deugd geworden is, en de militair een loyaal en dus makkelijk slachtoffer. Maar valt er nog wel vet weg te snijden?
Tsunami-personeelsuitstroom
Aangezien we al jaren quasi niet investeren in nieuw materiaal, moet het 'vet' gevonden worden bij het personeel aldus de regels van de Wetstraatlogica. Maar uit de uitgelekte nota blijkt ook hier nauwelijks marge te bestaan. Zo heeft de Minister tegen het advies van Defensie in, de Vrijwillige Opschorting der Prestaties –het equivalent van brugpensioen bij defensie- verlengd tot eind dit jaar. Verder blijven de verbeteringen van de aantrekkelijkheid van het militaire beroep, waaronder de statuten, al verschillende jaren uit. En bovendien wordt slechts 3/4de van de vacatures door defensie opengesteld. Toch vreemd, voor een defensie die te kampen heeft met een gebrekkige instroom en een uitstroom-tsunami. Indien niets aan deze situatie wordt veranderd, zal defensie onherroepelijk afglijden tot een leger van 20.000 militairen, zoals de SP.A bij monde van Johan Vande Lanotte al in 2005 fervent bepleitte...
Investeringen?
De vele legerhervormingen van de voorbije jaren, gingen steevast gepaard met beloftes aan de militairen om te investeren. Maar hier kwam niets van in huis. Defensie klaagt al ettelijke jaren dat men té weinig voertuigen heeft om degelijk mee te trainen. Soms moeten de militairen zelfs met krakkemikkig materieel uit de Koude Oorlog hun plan trekken, kijk maar naar de slagveldbewakingsradars en bergingsvoertuigen. Om van de grote investeringsdossiers nog te zwijgen. De beslissing over de vervanging van de F-16’s, M-fregatten en MCM-mijnenjagers wordt door de federale regering steevast voor zich uit geschoven. Zo blijft het hoogst onzeker of er een opvolger voor de F-16 komt. In dat geval zit defensie met een luchtmacht van transportvliegtuigen, een humanitaire luchtmacht zeg maar. Toevallig of niet opnieuw het pleidooi van de SP in 1999. Blijkbaar was het minder bezwaarlijk voor diezelfde SP.A om in 2001 7 militaire transportvliegtuigen van het type A400M te bestellen, die pas een kleine 20 jaar later zouden geleverd worden.
Leger van de Lage Landen
De N-VA blijft hardnekkig een lans breken voor internationale samenwerking als uitweg uit de dramatische situatie waarin ons leger zich bevindt. De tijd is rijp om definitief de handen in elkaar te slaan met onze buurlanden Nederland en Luxemburg en een Leger van de Lage Landen op te richten. In Nederland staat er opnieuw een besparingsronde in stelling, en ook nu zal de Nederlandse krijgsmacht niet gespaard blijven. Dit biedt mogelijkheden, en we moeten tezamen de sprong wagen naar een geïntegreerde Krijgsmacht. Voor kleine landen is het immers onmogelijk om alles zelf te blijven doen.
Toekomstdebat
Als we één zaak onthouden van de 58ste zitting van het NAVO-parlement is het de oproep om slim en in overleg met de andere NAVO-partners te blijven investeren in defensie. Hiervoor moet er in elk natieparlement een groot debat komen over de toekomst van defensie. Op onze vraag vindt er daarom vandaag in de Kamercommissie Landsverdediging een hoorzitting plaats met internationale experten over de oprichting van een Leger van de Lage Landen.
Defensie heeft nood aan een langetermijnvisie, en indien de politieke wereld die niet biedt, zullen we in de ogen van onze bondgenoten altijd lijken op een kleine zwalpende sloep die recht op de rotsen afstevent.