U bent hier
Staatssecretaris Francken biedt 22 Syrische vluchtelingen nieuwe toekomst in België

Dankzij het hervestigingsbeleid dat Theo Francken (N-VA) als staatssecretaris voor Asiel en Migratie voortzet, kunnen 22 Syrische vluchtelingen in België aan een nieuwe toekomst beginnen. Het gaat om een eerste deel van een groep van 75 vluchtelingen die in Turkije verbleven op de vlucht voor het oorlogsgeweld in Syrië. Sinds het begin van het conflict in maart 2011 heeft ons land al aan meer dan 4.000 Syriërs bescherming of verblijf geboden via het vluchtelingenstatuut, via subsidiaire bescherming of via gezinshereniging.
Jaarlijks neemt België een aantal vluchtelingen op in het kader van het Europese hervestigingsprogramma en in nauwe samenwerking met het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). Hervestiging is een instrument om kwetsbare vluchtelingen ergens permanente bescherming te bieden, nadat ze eerst in een ander land, meestal een buurland, tijdelijk onderdak hebben gekregen.
“In 2015 verdubbelt de regering het aantal hervestigingen van 150 naar 300, waaronder 225 vluchtelingen uit ernstige conflictgebieden zoals Syrië en Irak. Maar ons land biedt niet alleen hulp aan onder de vorm van hervestiging”, merkt Francken op. Sinds de uitbraak van het conflict in maart 2011 bood België 3.509 Syriërs bescherming aan via het vluchtelingenstatuut en via subsidiaire bescherming. Dat laatste is een verblijfsstatuut voor vreemdelingen die niet voldoen aan het vluchtelingenverdrag van Genève, maar die wel bij terugkeer naar hun herkomstland een reëel risico op ernstige schade zouden lopen. Meer dan 700 personen kregen verblijfsrecht via gezinshereniging.
Integratie- en inburgeringstraject
“Na aankomst verblijven de vluchtelingen ongeveer zes weken in een collectief opvangcentrum van Fedasil. Ze worden er voorbereid op hun zelfstandig leven in ons land”, verduidelijkt Francken. “Nadien gaan ze naar een gemeente in een individuele opvangplaats van het OCMW. Daar worden ze verder begeleid door Caritas en Convivial, om hun integratie zo vlot mogelijk te laten verlopen.”