U bent hier
Tine 4 president
De toestroom van vrouwen naar het politieke bedrijf stremt. Dat blijkt uit de cijfers van de jongste gemeenteraadsverkiezingen. 36 procent van de gemeenteraadsleden is nu vrouw. Zes jaar geleden was dit 33 procent. In Wallonië gaat het voor de provincieraden zelfs achteruit. Aanleiding genoeg voor Joëlle Milquet, de zelfverklaarde Jeanne d’ Arc van de Wetstraat, om in actie te schieten. De federale minister van Gelijke Kansen wil mannen en vrouwen verplicht laten ritsen op de verkiezingslijsten. Althans deze voor alle parlementsverkiezingen – voor de rest is Milquet niet bevoegd. Of hierdoor zoveel meer vrouwen zullen zetelen, valt te betwijfelen. Door de afname van de impact van de lijststem, tellen de voorkeurstemmen immers steeds zwaarder door. Maar dat dit wel een effect zal hebben – al is het een eerder klein – staat vast. Welaan dan. Mijn steun heeft ze! Trouwens, wist je dat de N-VA, na Groen, verhoudingsgewijs het meeste vrouwelijke mandatarissen in haar rangen telt? Volksnationalisme: een typisch masculien appel? Allesbehalve!
In dubio
Toch loopt de maatregel van Milquet om de kern van de zaak heen. De essentie is dat veel vrouwen zich nog te geremd voelen. De drempel om te kiezen voor het politieke bedrijf blijft hoog. Meer dan 60 potentiële kandidates werden gecontacteerd om op onze Lubbeekse N-VA-lijst te staan. Finaal hapten er 11 toe. Mannen in overvloed, vrouwen in dubio. Aan interesse geen gebrek, aan intellect en politieke feeling evenmin. Maar die verdomd drukke agenda, die avondvergaderingen, die kinderen en ook – niet in het minst – die echtgenoot…
Clout
Fundamenteler is de vaststelling dat vrouwen nog te weinig political clout hebben. Een moeilijk vertaalbaar Engels woord, ‘politieke invloed of macht’ komt het dichtst in de buurt. In Vlaanderen blijft de echte toppolitiek vooral een mannenbedoening. De G4 van de CD&V? Vier mannen. De top van de N-VA? Mannen (met uitzondering van Liesbeth Homans). Open VLD? Mannen, met Gwendolyn Rutten als lichtpunt. Vlaams Belang? Idem.
Vrouwelijke partijvoorzitters blijven witte raven voor de moeilijkste partijmomenten (Caroline Gennez, Marianne Thyssen, Gwendolyn Rutten…). Vaak met alle gevolgen van dien. Neen, in Vlaanderen blijft een vrouwelijke premier, minister-president of topburgemeester een verre droom. Met minder dan 1 op 10 blijven burgermoeders ook anno 2012 een rariteit.
Helle
Denemarken beleeft het omgekeerde scenario. Voor het eerst hebben ze er met Helle Thorning-Schmidt een vrouwelijke premier. Drie van de vijf grootste partijen worden geleid door een vrouw, in de top 10 van stemmenkampioenen staan 6 vrouwen. Het percentage vrouwen in het Folketing, het Deense parlement, ligt met 40 procent op exact hetzelfde niveau als in de Belgische Kamer, maar aan vrouwelijke ‘political clout’ is in Denemarken geen gebrek. Niet onbegrijpelijk, zeker als je weet dat al in de 8ste eeuw de Vikingvrouw een pak meer vrijheid genoot dan haar seksegenoten elders in Europa.
Misschien moeten we in 2014 doen wat Statsminister Birgitte Nyborg, spilfiguur in de prachtige Deense politieke tv-serie Borgen, doet bij de samenstelling van haar regering: "Ik wil de helft vrouwen in mijn kabinet, zo niet is er geen kabinet."