Deelstaten spelen cruciale rol in groei van Defensie
Met het protocolakkoord leggen Defensie en de deelstaten voor het eerst vast dat ze structureel rond de tafel gaan zitten over alles wat nodig is om de krijgsmacht te heropbouwen en onze samenleving weerbaarder te maken. Het gaat om een praktische werkrelatie, met duidelijke afspraken en een vaste overlegstructuur.
“Voor de heropbouw van onze krijgsmacht hebben we de deelstaten nodig: voor vergunningen, voor infrastructuur, voor mobiliteit, voor opleiding en rekrutering”, legt minister van Defensie Theo Francken uit. “In ruil geven we hen een vaste plaats aan tafel. Zo zorgen we ervoor dat we sneller tot resultaten komen, zowel voor Defensie als voor de deelstaten.”
In het nieuwe overlegplatform worden die dossiers gezamenlijk voorbereid, zodat knelpunten sneller worden opgelost en investeringen van Defensie effectief kunnen worden gerealiseerd op het terrein.
Om de samenwerking vlot te laten verlopen, plaatst Defensie een verbindingsofficier bij de minister-presidenten. Die fungeert als vast aanspreekpunt tussen de betrokken kabinetten en administraties.
Vaste plaats in DIRS en innovatieplatformen
De gewesten die tekenen, krijgen een volwaardige plaats aan tafel in de Defence, Industry and Research Strategy (DIRS) en aanverwante structuren. Zo kunnen zij mee bepalen welke projecten prioriteit hebben, hoe onderzoeksbudgetten het best worden ingezet en hoe bedrijven maximaal kunnen deelnemen aan Europese en NAVO-projecten.
Defensie kan op haar beurt gebruikmaken van de instrumenten die de deelstaten al hebben opgezet rond innovatie, incubatie en acceleratie, zodat defensieprojecten beter aansluiten bij de regionale economische en industriële strategie.
“Voor het eerst worden de deelstaten zo nauw betrokken bij de uiterst cruciale bevoegdheid van Defensie. Dit samenwerkingskader is dus historisch te noemen, al zeker in geopolitieke bijzonder uitdagende tijden”, zegt Vlaams minister-president Matthias Diependaele.
“Het is een win-win voor alle betrokkenen. Vanuit onze eigen expertise en bevoegdheden – denk onder andere aan ruimtelijke ordening, onderwijs, mobiliteit, innovatie, industrie… - schrijft Vlaanderen mee aan het bijzonder belangrijke defensieverhaal. De federale partner heeft door dit kader een rechtstreekse lijn met de deelstaten. Bovendien kan door dit nieuwe kader het Vlaams defensieplan versneld geactiveerd worden”, besluit hij.